Marcel et Monsieur Pagnol: animeren voor een auteur

Walking the Dog was betrokken bij het maken van Chomets beroemde speelfilmdebuut, Les triplettes de Belleville, dus Goossens kende zijn specifieke benadering van animatie. Maar een extra uitdaging was dat Marcel et Monsieur Pagnol Chomets eerste digitaal geanimeerde speelfilm zou zijn, wat betekende dat hij zijn meer hands-on aanpak moest aanpassen aan de digitale wereld.

Chomet werkt bijvoorbeeld niet met een lay-out maar wel met een zeer gedetailleerd storyboard dat vervolgens wordt omgezet in een animatic om de animatoren te begeleiden. "Normaal gesproken is lay-out het basiselement bij uitstek van een animatieproductie, zodat een animator precies weet wat er in elk shot en elke sequentie gebeurt," legt Goossens uit.

Om deze leemte op te vullen, stelde Walking The Dog een alternatieve aanpak voor. Ze huurden een studio bij Monev in Sint-Pieters-Leeuw, vlakbij Brussel, en engageerden acteurs met dezelfde fysieke bouw als de personages in het script. Chomet kwam vervolgens om de acteurs te regisseren en het juiste kader vast te leggen. Eenmaal de volledige animatic verfilmd en gemonteerd leverde dit een live-action lay-out op waarmee de animatoren aan de slag konden.

"Uitganspunt was in geen geval rotoscoping, waarbij personen 100% gekopieerd worden om zo naar animatie om te zetten. De actie en het exacte kader van de personages werd dus enkel gebruikt als een zeer duidelijke referentie voor de animatie," zegt Goossens.

Samen met de karakter designs die in Parijs werden gemaakt alsook de eerste ruwe dialoogopnames, kregen de animatoren in de studio van Walking The Dog voldoende informatie om hun eerste ruwe animatie te produceren die dan voorgelegd kon worden aan de regisseur Sylvain Chomet voor goedkeuring of eventuele retakes.

Na goedkeuring van de ruwe animatie was het de beurt aan het departement dat instond voor de tussen-tekeningen. "Dit is een heel specifieke en veeleisende tussenstap, waar “in-betweners” de goedgekeurde ruwe tekeningen moeten voorzien van de noodzakelijke tussen-tekeningen," zegt Goossens. "Dit is iets wat we al op een heel hoog niveau hadden gedaan voor Ari Folmans film Waar is Anne Frank?"

Walking The Dog werd ook gevraagd om alle CGI-elementen te genereren die nodig waren voor de film, van kleine rekwisieten tot grote elementen zoals bijvoorbeeld auto's. "We bereidden alle CGI-modellen voor en integreerden ze in sequenties, bijvoorbeeld wanneer er een interactie is tussen een 3D-prop en een geanimeerd personage."

Walking The Dog stond ook in voor de volledige “inkt- en paint” fase, die de kleuren toevoegt aan de oorspronkelijke animatie en dit op basis van zeer gedetailleerde kleurenpaletten die ze van de art director kregen.

Chomet heeft een heel specifieke manier van tekenen en geen van de “brushes” in de Toon Boom-software waren geschikt voor deze productie.

"Dus werkten we samen met het onderzoeks- en ontwikkelingsteam van Toon Boom in Canada, en na enkele maanden van onderzoek waren ze in staat om een “brush” te programmeren die de zeer specifieke Sylvain Chomets tekenstijl kon genereren," zegt Goossens.

Walking The Dog was ook in staat om ervoor te zorgen dat de animatie efficiënt kon verlopen. "Naast ervaren animatoren die reeds gewerkt hadden op de films Les Triplettes de Belleville of The Illusionist werden ook jongere animatoren ingeschakeld die op korte termijn en met de hulp van deze seniors zich de zeer specifieke animatiestijl Van Sylvain Chomet konden aanleren. Deze werkwijze liet het ons toe om de leercurve van de jongere generatie van animatoren te verkorten.”

Tot slot werd Walking the Dog gevraagd om een deel van de compositing van de film te doen, wat alle elementen die voor de film gemaakt zijn samenbrengt in één beeld.

Naast het werk in Vlaanderen, dat goed was voor ongeveer 70% van de film, werd er ook samengewerkt met een studio in Vietnam voor een deel van de tussentekeningen alsook met ons zusterbedrijf Doghouse Films in Luxemburg dat quasi al de achtergronden voor de film aanmaakte en ook een klein deel van de ruwe animatie op zich nam.

"We begonnen in 2022 aan de film en met al deze departementen werkten er twee jaar lang 90-95 mensen aan de film," zegt Goossens. Met twee andere grote animatiefilms in productie in Vlaanderen in dezelfde periode, was de concurrentie voor talent soms intens. "Maar we konden animatoren oppikken wanneer ze stopten met werken aan die andere projecten en hen dus dadelijk integreren in onze teams."

Marcel et Monsieur Pagnol werd geproduceerd door What The Prod en Picture Box (Mediawan) in Frankrijk, samen met Bidibul Productions in Luxemburg en Walking the Dog in België. Financiële steun van Screen Flanders, Screen Brussels en het Filmfonds van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) in combinatie met steun via de Belgische tax shelter via Beside Group bracht €4,8 miljoen in de productie, die een totaal budget had van €15,9 miljoen. In totaal werd €7 miljoen uitgegeven in België.